God en Abraham

 

Inleiding

 

We blijven in het eerste Bijbelboek, Genesis, maar maken een grote sprong  naar het verhaal van Abraham (en Sara). Op tussenliggende hoofdstukken en verhalen komen we nog wel eens terug.  Wat trouwens opvalt is dat God vanaf

 dat het fout ging  in het Paradijs, , door de ongehoorzaamheid van “de mens” , al een nieuw begin in gedachten had.

Telkens maakte God een nieuw begin

 In Gen.3:14-19 kondigt God al aan dat er  een onafgebroken strijd zou zijn tussen “de slang”  en de nakomelingen van  Adam en Eva, en dat uit de mens die echt ‘dood-ongelukkig’ voor Hem stond  ooit 'Iemand' geboren zou worden die de “de slang”  definitief zou verslaan.  Daar gaat eigenlijk in grote lijnen gewoon de rest van  al die soms onbegrijpelijke verhalen in de Bijbel over.  Telkens gaan de mensen in de fout, en telkens opnieuw moet God ingrijpen… alwéér lees je ergens van een nieuw begin, omdat de mensen er telkens opnieuw een echte knoeiboel van maken. Eigenlijk is dat vandaag de dag niet anders... Kijk maar eens goed om je heen en.... kijk maar eens goed naar jezelf... 

In Genesis hoofdstuk 6 staat  het verhaal van Noach en de zondvloed. We lezen in hoofdstuk 6:5-8 , 11 e.v  dat het méér dan erg was wat de mensen er van gemaakt hadden…  We noemen even een paar puntjes... Lees zelf maar  wat er  precies staat

 

De aarde was - in Gods ogen - 1. verdorven  2. door en door slecht  3.  vol onrecht  4.  en iedereen leidde een verderfelijk leven….

Nou?  Zeg nou eens eerlijk:  door wiens schuld moest God tenslotte ingrijpen…??  Door de mensen, door hun ongehoorzaamheid jegens hun lief(ebbende Schepper, Maar ook vandaag de dag geven veel mensen die scheppende en liefhebbende God de schuld van alles wat de mensen fout doen…  Dat is aan de ene kant wel te begrijpen als je je realiseert dat het denken van de mensen uiteindelijk geworteld is in die ongehoorzaamheid tegen God, die we ook zagen bij Adam en Eva.   God had ze gewaarschuwd om niet te eten van de vruchten van die ene boom in het Paradijs… “Het wordt jullie dood,” zo waarschuwde God. “Ten dage dat je daarvan eet, zul je sterven….”    Hier vinden we al een heel interessante vraag naar wat “Leven” en “Dood” betekenen in de Bijbel. En daar komen we zeker op terug!

Toen kwam de zondvloed.  Alleen het gezin van Noach bleef gespaard, zo vertelt de Bijbel….  God maakt een heel nieuw begin met zijn schepping. 

Dan horen we een tijd niks, maar het gaat alwéér mis….  helemaal mis….  Ook na die verschrikkelijke zondvloed leerden de mensen niet om zich tot God te keren… integendeel. Nog meer afgoden en nog meer mens-onterende  en godslasterlijke rituelen…. En dan begint God aan de “levenslijn” die uiteindelijk redding zal betekenen…. Hij sluit met Abraham een nieuw verbond met de mensen…    Wat ongelooflijk mooi, wat ongelooflijk vergevingsgezind, wat onuitsprekelijk liefdevol en trouw is die God…. Zeg nou zelf, wees eerlijk tegen jezelf…!!

De  “roeping” van Abraham

 

De roeping van Abraham door God is niet meer of minder dan een  levenslijn voor de wereld en die daar op wonen.  Let er goed op dat Gód degene is die kiest keuze maakt….  God roept Abraham om uit hem een volk te laten ontstaan waaruit ooit degene geboren zal worden die definitief de kop van “de slang”  zal vermorzelen en werkelijk vrede op aarde zal brengen, namelijk Gods eigen Zoon, Jezus Christus.

 

God roept Abraham (die toen nog Abram heette)

(Genesis 12:1-5)

 

De HEER zei tegen Abram: ‘Trek weg uit je land, verlaat je familie, verlaat ook je naaste verwanten, en ga naar het land dat ik je zal wijzen. Ik zal je tot een groot volk maken, ik zal je zegenen, ik zal je aanzien geven, een bron van zegen zul je zijn. 3.Ik zal zegenen wie jou zegenen, wie jou bespot, zal ik vervloeken. Alle volken op aarde zullen wensen gezegend te worden als jij.’

Abram ging uit Charan weg, zoals de HEER hem had opgedragen. Hij was toen vijfenzeventig jaar. 

 

Heel opmerkelijk, op zijn zachtst gezegd, vind je ook niet?  Eerst woonde Abraham met zijn vader Terach en de rest van zijn familie in Ur der Chaldeeën maar op een gegeven moment besluit vader Terach om uit die grote stad, uit dat immense 'Ur' te verhuizen naar een heel andere omgeving, het meer Westelijk  gelegen Charan (of Haran, maar de "H" spreek je uit als "Ch"). En nu komt Abraham zélf in beweging, omdat God hem dat zegt te doen... 

Zoiets doe je niet zomaar.... , zeg nou zelf!  Eigenlijk had Abraham heel andere zorgen waar hij zich mee bezig kon houden, want hij was al niet meer zo piepjong en hij had een grote slavenstoet om al zijn bezittingen en voor zijn vee te verzorgen en tot slot was bekend dat zijn vrouw Sara geen kinderen kon krijgen.  Het ging niet om even een paar koffers inpakken en dan wegwezen.... Hij wist niet eens waar hij naar toe ging... God had tegen hem gezegd dat Hij Abraham wel zou wijzen waar hij hem wilde hebben... En Abraham ging... !!  Uit zijn houding sprak eigenlijk zoiets van "Heer, hier ben ik..."   Eigenlijk kon het Abraham - vrij vertaald dan - niet zoveel schelen waar hij heen moestals God maar met hem ging, want dan zou alles gewoon goed zijn of wel goed komen.

 

Abraham was echt niet dom, of 'seniel' of lichtgelovig, of wát dan ook...!  O nee, om het tot zo’n  machtige en welvarende herdersvorst als hij was, te kunnen maken had je echt wel bijzondere eigenschappen nodig. Zijn wijsheid, leiderschap en onverschrokkenheid bleek ook later wel toen hij op zijn bestemming was aangekomen... maar zover zijn we nog niet.

 

Waar het nu om gaat sluit aan bij wat we in het vorige hoofdstuk hebben laten zien: Abraham aanvaardt, eerbiedigt zeg maar, de woorden van God en dat zegt veel van een mens… misschien zegt dat wel ALLES van iemand. Eigenlijk zegt Abraham in woord en daad “Hier ben ik”  …. ook al weet hij niet waar hij aan begint en waar het eindigen zal… Hij vertrouwt alles wat hij heeft en wat hij bezit, ja eigenlijk zijn hele verdere leven en dat van iedereen die van hem afhankelijk is, aan God toe… “Hier ben ik…” ( = in het Hebreeuws Hineini ) is de houding van volkomen overgave die het verdere leven van Abraham zó kenmerkt dat hij later, vele eeuwen later zelfs,  de ‘vader’ van alle gelovigen wordt genoemd.  

We zien die houding, Hineini, ook bij andere geloofshelden als Mozes, David, de profeten en natuurlijk ook bij de Zoon van God, Jezus terugkomen…